Het in 1390 gestichte St. Pietersgasthuis verzorgde zieken en oude mensen, het fuseerde in de 19e eeuw met het Bloklandsgasthuis tot een complex met aparte mannen- en vrouwenzaal, kapel, aparte eetzalen, regentenhuis en bijgebouwen. Bij geplande sloop en nieuwbouw waartoe in 1907 werd besloten werden, o.a. op voorspraak van rijksbouwmeester dr. P.J.H. Cuijpers, Mannenzaal en Kapel gespaard. Eerstgenoemde is uniek in Europa. In juli en augustus vertellen rolspelers van de Stichting Levende Historie er het verhaal van de gastelingen ten tijde van genoemde verbouw in 1907, waarna er "stromend water zal zijn en licht uit een knopje schijnt te komen".