zaad van de stinkende Gouwe -Chelidonium majus. Het is ca. 1 mm groot

Het mierenbroodje is een uitgroeisel van de zaadhuid.
Hieraan verslepen de mieren het zaadje, dat ze soms onderweg weer verliezen
en op deze manier hun bijdrage verlenen tot het verspreiden van de plant.
Deze wijze van verspreiden heet myrmecochorie (Grieks Myrmeco = mier; chorous = verspreiden).
In Nederland komen ongeveer 200 plantensoorten voor die een mierenbroodje hebben


DSC_7891